De internationale spoorsector moet onderlinge barrières en onnodige regelgeving weghalen om te kunnen concurreren met andere modaliteiten. Op dit moment is de sector nog te veel versplinterd. Als spoorondernemingen beter samenwerken, dan kunnen zij sneller gebruikmaken van gemeenschappelijke oplossingen. Dit is de visie van Global Managing Director Paul Seller van Ricardo Rail die hierover op vrijdag 10 maart spreekt tijdens de Antwerp Rail School. De Antwerp Rail School is een samenwerking tussen Ricardo Rail en TransportNET.

“Al in 2001 is een richtlijn voor interoperabiliteit in de spoorsector van kracht. Maar we leven nog steeds in een wereld waar spoorvervoerders die van Nederland naar Zwitserland willen rijden, met veel barrières en onnodige regelgeving te maken hebben”, zegt Seller. “Ik geloof dat we een weg aan het afleggen zijn, waarbij deze barrières langzaam maar zeker afnemen. De verschillen tussen grensgebieden moeten verdwijnen. We moeten de barrières afbreken om te kunnen concurreren met nieuwe ontwikkelingen, zoals zelfrijdende auto’s. Andere modaliteiten zullen langzaam maar zeker de fundamentele voordelen van de spoorsector wegknabbelen.”

Ook fabrikanten van buiten Europa moeten tot de spoormarkt kunnen toetreden

“We komen uit een tijd waar nationale spoorwegen het voor het zeggen hadden. Ze waren de eigenaar van het spoor en namen de verantwoordelijkheid voor alles. Het Vierde Spoorwegpakket heeft liberalisering gebracht. Een belangrijk punt is dat liberalisering alleen werkt als het gehele netwerk geliberaliseerd is. Als er geen capaciteit is op het netwerk, dan kunnen spoorvervoerders de concurrentie niet met elkaar aangaan.”

“Het is een van de belangrijkste ‘lessons learned’ vanuit het Verenigd Koninkrijk. Daar is niet genoeg capaciteit voor nieuwkomers om een stuk van de taart te krijgen. Ik zie Europa als één netwerk en niet als afzonderlijke landen waarvan het spoornetwerk wordt onderverdeeld.”

De Europese spoorsector moet volgens Seller verder ‘open minded’ zijn over toetreding van niet-Europese fabrikanten. “Ook fabrikanten van buiten Europa dienen tot de markt toe te kunnen treden als dit tot een beter aanbod voor de consument leidt. Protectionisme is niet goed. Fabrikanten als Hitachi hebben inmiddels voet aan de grond in het Verenigd Koninkrijk. Dit zou ook in Europa moeten gebeuren.” De toetreding van fabrikanten van buiten Europa zal er volgens de directeur voor zorgen dat er meer wordt geïnnoveerd in de spoorsector en dat de kosten omlaag gaan. “Daarnaast zullen slecht presterende Europese fabrikanten afvallen”, meent hij.

Spoorondernemingen moeten gemeenschappelijke vraagstukken oplossen

Om interoperabiliteit te realiseren in Europa moet de spoorsector samenwerken, vindt de directeur. “Het is geen zaak voor de beleidsmakers. Het heeft meer te maken met de bereidheid van spoorvervoerders en infrastructuurbeheerders om hieraan mee te werken.”

Het zou volgens hem goed zijn als spoorbedrijven uit verschillende landen meer met elkaar praten. “Dat geldt ook voor de implementatie van ERTMS. Als we niet bespreken over hoe we dit systeem implementeren, dan komt ieder land met verschillende oplossingen. Het zou goed zijn als in zijn algemeenheid meer kennis en expertise wordt gedeeld. Internationale spoorwegondernemingen moeten bereid zijn om samen te werken om gemeenschappelijke vraagstukken het hoofd te bieden.

Directeur Paul Seller van Ricardo Rail geeft op vrijdag 10 maart een presentatie tijdens de Antwerp Rail School. Deze vindt van maandag 6 maart tot en met vrijdag 10 maart plaats in de Universiteit van Antwerpen en wordt georganiseerd door Ricardo Rail en TransportNET. Bezoek de website om het programma te bekijken.

Lees ook:

Lustrumeditie Antwerp Rail School in teken van kennisdeling