De provincie Friesland wil in 2025 batterijtreinen introduceren op het spoor. In opdracht van de provincie is een vergelijking gemaakt tussen batterijtreinen, volledige elektrificatie en waterstoftreinen. Daaruit blijkt dat de batterijtrein de goedkoopste variant is. De provincie gaat nu de plannen verder uitwerken met vervoerder Arriva, ProRail en het Rijk. Eind 2019 valt het definitieve besluit.

Volgens de provincie kost het ongeveer 66 miljoen euro om het spoor geschikt te maken voor de batterijtreinen. Dat is inclusief onderhoud en lokaal opgewekte zonne-energie. Daarmee kan jaarlijks 3,4 miljoen euro aan brandstofkosten worden bespaard. De CO2-besparing komt uit op 5,8 miljoen kilogram per jaar. Dit is vergelijkbaar met de uitstoot van 1100 dieselauto’s.

Dieseltreinen

Arriva voert nu de treindiensten in Friesland uit met dieseltreinen. CO2-uitstoot en afhankelijkheid van fossiele brandstof past volgens de provincie niet bij de ambitie om uitstootvrij te rijden.

De treinen krijgen zoveel mogelijk snel op te laden batterijen, die worden opgeladen via bovenleidingen op de begin- en eindstations. Het alternatief van volledige elektrificatie valt af vanwege de grote investering om op de gehele trajecten bovenleidingen aan te leggen.

Het Rijk en ProRail zijn betrokken bij het project vanwege de aanpassing van de infrastructuur, zoals het aanleggen van laadpunten en het maken van een aanvullende bovenleiding voor het traject Groningen-Leeuwarden. Arriva is tot 2035 de vervoerder op het Friese en Groningse spoor.