Deutsche Bahn heeft woensdag de nieuwe ICE-L rijtuigen gepresenteerd. Het materieel van de Spaanse fabrikant Talgo zal worden ingezet voor de IC Amsterdam-Berlijn. De ‘L’ staat voor lage vloer, een primeur voor de ICE.

De eerste rijtuigen zullen vanaf het najaar van 2024 geleidelijk inzet worden, allereerst voor de IC Amsterdam-Berlijn. Het jaar erna moeten alle diensten op het traject met de ICE-L uitgevoerd worden. In 2026 wordt de ICE-L ook ingezet op de toeristische lijnen naar Oberstdorf in Beieren en richting het Noord-Friese waddeneiland Sylt.

Het ICE-L treinstel is 256 meter lang en bestaat uit 17 rijtuigen. In totaal is er plaats voor 562 stoelen, waarvan 477 in de tweede klas. De topsnelheid ligt op 230 kilometer per uur. De ICE-L krijgt het nieuwe ICE-interieur mee, wat betekent dat er verbeterd meubilair geïnstalleerd wordt, een sterker WiFi-signaal is, meer ruimte voor fietsen en uitgebreide reizigersinformatie.

Er zijn in 2019 23 exemplaren besteld ter waarde van 550 miljoen euro.

Vertraging van ICE-L bracht snellere verbinding Amsterdam-Berlijn in gevaar

De nieuwe rijtuigen hadden eigenlijk al eerder ingezet moet worden. Door de vertraging ziet NS Internatonal zich nu genoodzaakt zogeheten multicourante locomotieven te huren, die zowel met de bestaande rijtuigen kunnen rijden als ook met de geplande nieuwe rijtuigen.

De inzet van deze multicourante locomotieven is niet zonder uitdaging. Deze exemplaren zijn namelijk vrij zwaar en voor sommige delen van het traject Amsterdam-Berlijn zelfs te zwaar voor de bodem. Tussen Amsterdam en Deventer geldt daarom straks een snelheidsbeperking van 100 kilometer per uur in plaats van de baanvaksnelheid van 130 kilometer per uur.

Mede dankzij deze ingrepen is het echter alsnog mogelijk om in de dienstregeling van 2024, die op 10 december 2023 in gaat, een tijdswinst van een half uur te realiseren.

Lees ook:

• Eind volgend jaar 30 minuten tijdswinst op traject Amsterdam-Berlijn