Vrouwen vertegenwoordigen 21,41 procent van het spoorwegpersoneel in Europa. Dat is de conclusie van een analyse door de Gemeenschap van Europese Spoorweg- en Infrastructuurbedrijven (CER) en de European Transport Workers ‘Federation (ETF) van gegevens van 28 spoorwegmaatschappijen uit 21 Europese landen.

Het hoogste aandeel van 40 procent werd geconstateerd bij Transdev Sverige in Zweden, terwijl het laagste aandeel vrouwen van 6,9 procent werd geregistreerd bij CFL Cargo in Luxemburg. CER, de vereniging van werkgevers op het spoor en ETF die werknemers vertegenwoordigt, publiceert sinds 2013 het gezamenlijke rapport “Over de ontwikkeling van de werkgelegenheid van vrouwen in de Europese spoorwegsector”. Gedurende deze periode zien de verenigingen een toename van het aandeel vrouwen dat werkzaam is in de spoorsector.

Italië voorop

De laatste editie van het rapport dat onlangs werd gepresenteerd, bevestigt ook deze ‘positieve trend’. ‘Het aandeel van de werkgelegenheid voor vrouwen bij Europese spoorwegmaatschappijen neemt al jaren gestaag toe, evenals de deelname van verschillende bedrijven aan de vragenlijst. De gemiddelde stijging van het aandeel vrouwen in de jaren 2017 tot en met 2018 bedraagt ​​0,2 procent. De hoogste stijging tussen 2017 en 2018 is duidelijk te zien in Italië (FS Group) met 1,1 procent (van 15,3 naar 16,4 procent) ”, aldus het rapport.

Tegelijkertijd werd een daling van dit percentage gedocumenteerd bij vier spoorwegmaatschappijen: DSB (-0,7 procent), VR Group (-0,4 procent), GySEV (-0,4 procent) en Slovenske železnice (-0,1 procent) .

Functies

Vanuit het perspectief van verschillende functies zien de gegevens er iets anders uit. “Gegevens van werknemers in totaal en in verschillende functies tonen een toename van het aandeel van vrouwen onder machinisten met +0,3 procent, treinpersoneel met +1,5 procent en een afname van verkeersmanagement met -1,5 procent”, meldt het rapport.

De verdeling per functie verschilt per land. Zo hebben België (HR Rail, NMBS / NMBS, Infrabel), Zwitserland (SBB en SBB Cargo) en Duitsland (Deutsche Bahn) het hoogste percentage vrouwelijke machinisten: respectievelijk 4,7, 3,8 en 3,7 procent. In Slovenië (Slovenske železnice) en Slowakije (ZSSK, ZSSK Cargo) is het aandeel vrouwen onder machinisten het laagst: respectievelijk 0,3 en 01 procent.

Bij het het boordpersoneel en verkeersmanagement is de verdeling anders. Het gemiddeld aandeel vrouwelijk personeel aan boord bedraagt ​​37,3 procent. In dit opzicht laten Slowakije en Duitsland de beste resultaten zien (49 en 47,3 procent). Wat verkeersleidingpersoneel betreft, heeft Litouwen het hoogste percentage (62,3 procent). Tegelijkertijd laten België en Italië de grootste stijging van het aandeel van vrouwen zien (+8 en +6,7 procent).

Bekijk hier het volledige rapport.