Nu de winter bijna voorbij is, strijken de ooievaars weer neer op hun nesten. Die bouwen ze niet alleen in bomen, maar ook de bovenleidingsportalen van treinen zijn een aantrekkelijke plek om te broeden. Alleen al in de omgeving van Meppel zijn 29 nesten in de bovenleiding te vinden, meldt spoorbeheerder ProRail.

Ooievaars zijn strikt genomen het hele jaar aanwezig, maar nu keren ze terug van de warme landen waar ze in de wintermaanden zijn verbleven. “Ze bouwen hun nesten in de bovenleidingsportalen. De nesten zijn beschermd, dus die kunnen we niet zomaar opruimen”, zegt woordvoerder Aldert Baas van ProRail. Een van de hotspots is tussen Hoogeveen en Meppel, waar in ooievaars in totaal 29 nesten hebben gemaakt. “Daarover zijn we ook in gesprek met het bevoegd gezag”, zegt Baas.

Gedragscode

In samenwerking met de RVO is er een gedragscode ontwikkeld, die het komende half jaar ter inlage wordt gelegd. “Daarin is vastgelegd dat wij toestemming kunnen krijgen om nesten die in aanbouw zijn, op te ruimen.” Hieraan zijn wel strenge voorwaarden verbonden, er mag bijvoorbeeld geen ei liggen in het nest of andere broedactiviteiten plaatsvinden.” Ook wil ProRail de omgeving ‘geschikt te maken voor de ooievaar’, bijvoorbeeld door bomen te snoeien. “We bieden alternatieve mogelijkheden, puur om te voorkomen dat ze voor de bovenleiding kiezen.” Ooievaars hebben de neiging om telkens naar hun vertrouwde nest terug te keren en de jongen ook.

De nesten wegen meer dan honderd kilo. Als die naar beneden vallen, kan dat gevaren met zich meebrengen voor zowel de vogels als de reizigers. Doordat de nesten zij gebouwd op bovenleidingsportalen, kan er elektrocutie plaatsvinden. “Daarvoor hebben we ook gewaarschuwd en dat is nu ook daadwerkelijk gebeurd, in de omgeving van Barneveld.”, zegt Baas.

Elektrocutie en brandgevaar

In juni 2020 kwam ter hoogte van Barneveld een nest in aanraking met een bovenleiding en vloog in de brand. Daardoor ontstond er een kortsluiting in de bovenleiding en is de bovenleiding vervolgens naar beneden gekomen. “Het is dus belangrijk dat dit probleem wordt aangepakt.”